Het beleg van Troje duurde lang. Odysseus, een slimme Griekse held, bedacht een list om toch de stad Troje binnen te komen. Hij ontwierp een reusachtig houten paard.

Op een morgen toen de Trojanen over hun stadsmuren keken zagen ze dat het Griekse leger eindelijk de aftocht had geblazen. Ze hadden alleen dat grote houten paard laten staan. Juichend haalden de Trojanen het paard binnen. Het was gelukt! Ze hadden het beleg weerstaan! Nu konden ze het land weer in om voedsel te halen voor de uitgehongerde stedelingen.

's Nachts gingen de Trojanen tevreden slapen. Toen gebeurde er echter iets: het houten paard bewoog! Er werd een klep opengedaan en er kwamen heel stil een paar Griekse krijgers uit het paard gekropen. De hele dag hadden ze zich doodstil gehouden, bang dat de Trojanen hen zouden opmerken. Maar de Trojanen hadden niets gemerkt, ze lagen te slapen, en de Grieken slopen, nog verstijfd door het lange stilzitten, snel naar de stadspoorten.

De paar bewakers die er zaten te dommelen waren snel overmeesterd. De Grieken konden nu van binnen uit de poorten makkelijk opendoen. De Griekse legioenen, die niet ver weg waren gegaan stonden al bij de poorten te wachten. De list was gelukt. Onder de ogen van de verbaasde Trojanen hadden de Grieken toch de stad weten in te nemen!

Het paard van Troje