Hierna zie je foto's van de reis die Nico en ik in 1994 naar Noord Vietnam en Zuid-West China maakten. We reisden met een kleine groep (naast ons en de gids nog 3 personen) van de Chinawinkel.
Klik op de foto om de volgende foto te zien. Als je wilt beginnen bij een andere plaats, klik dan op de plaatsnaam op de kaart.
We begonnen in Hanoi, hier hadden we een leuk hotel vlak bij het Hua Kiem Lake midden in de stad.
De meeste tijd brachten we door in de straten van het oude deel van Hanoi, aan de noordkant van het Hua Kiem meer.
Natuurlijk gingen we ook op zoek naar beroemde tempels zoals de Temple of Literature en naar een voorstelling van het waterpoppentheater.
Klik op de foto voor de volgende foto van Hanoi!
In de prachtige Ha Long Baai vind je karstlandschap: heuvels zoals je ze als kind tekent. Aan het eind van de reis, in Yangshuo, zullen we dit landschap opnieuw zien. Hier, in de Ha Long Baai, huurden we een boot. 's Nachts sliepen we op het dek.
Duizend jaar geleden was Hoa Lu de hoofdstad van Vietnam. Nu is het vooral een plek waar je heerlijke roeitochten kunt maken. En de tempels zijn ook beslist de moeite waard.
De eerste overnachting van onze tiendaagse jeeptrektocht door het noorden van Vietnam was in Mai Chau. De bewoners, de Witte Tay,laten graag toeristen overnachten in hun paalwoning (tegen betaling uiteraard). Overdag hangen ze hun kleurige weefsels buiten, goed zichtbaar voor eventuele kopers.
Bij het reizen in Noord-Vietnam gaat het vooral om wat je onderweg tegenkomt, niet zozeer om de plaatsen op zich. Het landschap is schitterend: beboste heuvels en theeplantages. En de bevolking vriendelijk en kleurrijk. Op de markten onderweg ontmoeten we de verschillende minderheden uit het gebied zoals de Meo, Muong en Zwarte en Witte Tai.
Dien Bien Phu is bekend vanwege de overwinning van de Viet Minh troepen op de veel grotere Franse troepenmacht op 6 mei 1954. Behalve een indrukwekkend oorlogsmuseum en enkele monumenten herinnert nu niets meer aan die bloedige veldslag.
Vanuit Lai Chau maakten we een dagtocht naar een dorp in de buurt. De bevolking is erg vriendelijk, overal word je op de thee gevraagd. De volgende dag, op weg naar Sapa stopten we weer bij een leuke markt waar de minderheden in de meerderheid waren.
Het heuvellandschap was geleidelijk aan
overgegaan in berglandschap.
In het hooggelegen Sapa (1600m.) zouden
we gaan trekken maar door het slechte weer is het daar niet van gekomen. Vanaf het balkon van ons hotel zagen we de minderheden (en de wolken) door de hoofdstraat trekken.
Bij Lao Cai, zo'n 30 kilometer van Sapa staken we te voet de grens met China over. De volgende dag sloegen we flessen water en bossen lychees in voor de reis per trein naar Kunming die anderhalve dag zou duren. Door het bergachtige landschap schoten we niet hard op - "Kijk daar beneden reden we een uur geleden!"- maar het uitzicht was schitterend.
Kunming de hoofdstad van Yunnan is een miljoenenstad. Er zijn weinig bezienswaardigheden, maar het is een leuke stad om een paar dagen rond te lopen.
Het is ook het startpunt voor een dagtocht naar het Stenen Woud met surrealistisch gevormde rotsformaties. Ook heel surrealistisch zijn de honderden beelden in de Bamboetempel, 12 km ten westen van Kunming.
Dali is een klein ommuurd stadje waar de sfeer gemoedelijk is. Er wonen veel mensen van de Bai-minderheid.
De Drie Pagodes, oorspronkelijk uit de 9e eeuw, zijn de belangrijkste bezienswaardigheid van Dali.
We bezochten Shapin op een maandag, de marktdag, er wordt dan een grote streekmarkt gehouden waar het wemelt van de Bai en soms ook andere minderheden. We maakten er ook een mooie boottocht op het Erhai meer. Onderweg naar Shapin zagen we hoe graan op de weg werd gegooid om het door voorbijkomende auto's te laten dorsen.
De meeste inwoners van Zhongdian zijn Tibetaans. Toen wij er waren was het nog maar net open voor toeristen. Bij Zhongdian was een groot Tibetaans kloostercomplex waar monniken druk bezig waren met retauratiewerkzaamheden.
Lijiang heeft nog een grote oude binnenstad, vol kronkelige smalle straatjes met keien en houten huizen aan weerszijden. Wij wilden de wijk even doorsteken maar raakten er meteen volkomen verdwaald. Gelukkig dook er opeens een Chinees op die, in gebarentaal en ons steeds en halve straatlengte voorblijvend, de weg terug wees.
In Lijiang en de bergen eromheen wonen veel Naxi. Bij de Naxi is van oorsprong de vrouw de baas.
Een bekende Naxi is dokter Ho, een oude kruidendokter die mensen (ook beroemde) uit de hele wereld met zijn kruidendrankjes heeft genezen en graag de bedankbriefjes laat zien.
Toen wij in Longsheng waren, in 1994, was het nog maar nèt open voor toeristen. Er was één hotel dat gerund werd door een lerares, de enige die Engels sprak in Longsheng. De oorspronkelijkheid van een nog niet door toeristen beinvloed stadje zal nu misschien verloren zijn. De schitterende omgeving, rijstterassen tegen berghellingen en daartussen de dorpen met de grote en mooie paalwoningen van de gastvrije Dong, maken Longsheng dan nog beslist een bezoek waard.
Yangshuo is in eerste instantie bekend geworden door de prachtige kalkformaties langs de rivier de Li. Om drie uur 's middags legden hier de boten met toeristen uit Guilin aan en alles stond even op zijn kop tot een uur later iedereen weer per bus vertrokken was. Zo was het nog toen ik in 1987 in Yangshuo was.
Nu, in 1994, is het DE plaats voor rugzaktoeristen. Overal kun je fietsen huren, pannekoeken eten, boottochten maken, enz. Toch is het nog steeds een aangename plek om een paar dagen te vertoeven. Alleen jammer dat het die dagen zo grijs en regenachtig weer was, net als zeven jaar geleden.....
Van Yangshuo reden we met de bus naar Wuzhou (een verhaal op zich). Vervolgens gaan we met de nachtboot, de "sjoelbakkenboot", naar Kanton. In deze boot lig je op twee lagen planken naast elkaar.
Zeven jaar eerder maakte ik dezelfde boottocht ook al maar er lijkt tussentijd nauwelijks iets te zijn veranderd.
In Kanton (Guangzhou) gingen we later die dag met een supersnelle draadvleugelboot naar het eindpunt van de reis, Hong Kong.
Tenslotte Hong Kong, een fascinerende stad. Nu hoort het bij China maar toen nog net niet. Ons hotel was op Hong Kong Island niet ver van een oude Chinese wijk. Met de tram en de Starferry gingen we vaak naar Kowloon aan de overkant. Of we bleven op het eiland, bijvoorbeeld om met de Peak Tram naar Victoria Peak te gaan. Veel uitzicht was er niet want het weer was nog steeds grijzig (de foto is van 1987).
Ondanks het slechte weer was Hong Kong een grandioos einde van een fantastische reis.
|
Klik ergens op de route om meteen de hele route te zien. |
© 2002-2004 out of the blue